|
Uittreksel
uit Breendonk, 1940-1945, De geschiedenis, Patrick Nefors,
Standaard Uitgevrij, 2004, hoofdstuk 4, De gevangenen: een geschiedenis
in 20 portretten, p. 306-308 |
Ook
Pierre Stippelmans wordt na de oorlog erkend als gewapend weerstander,
behorend tot het Geheim Leger sinds 1941. 'Eerst was ik lid van de Nationale
Koningsgezinde Beweging', zegt hij in 1948, 'en in 1943 ben ik naar
het Geheim Leger overgegaan.' In werkelijkheid speelt het voor de jonge
Stippelmans niet zo'n grote rol tot welke beweging hij nu precies
behoort. Na de oorlog bewegen de verzetsbewegingen hemel en aarde om zo
veel mogelijk erkende leden te verkrijgen. Ze krijgen immers een aantal
officiersposten in het Belgisch leger toebedeeld op basis van een
numerieke verdeelsleutel: per drieduizend leden een luitenant-kolonel
bijvoorbeeld. In zijn boek uit 1991 en een interview uit 2000 refereert
Stippelmans zelfs niet eens meer aan een specifieke verzetsbeweging.
Voor een niet onbelangrijk deel zijn het de beperkingen die aan het
leven als jongere in oorlogstijd opgelegd worden - de avondklok, het
beperkte, nogal eenzijdig Duitse muzikale repertoire in de cafés - die
leerling-schoenmaker Stippelmans en zijn Truiense makkers voor het
verzet doen kiezen. De jongeren ontmoeten elkaar op geheime
vergaderingen, houden stiekem militaire oefeningen - zonder wapens! - en
voeren propaganda tegen de bezetter. Dat laatste komt in de praktijk
vooral neer op het schilderen van leuzen als 'Weg met het Vnv' op huizen
van Duitsgezinden. Het is allemaal goed bedoeld, maar nogal
amateuristisch. Er worden zelfs lidmaatschapskaarten verkocht.
Op
25 mei 1943 gebeurt het onvermijdelijke, als 72 leden door de
Feld-gendarmerie opgepakt en naar Breendonk gestuurd worden. Uit honger
graait Stippelmans er eens een koolblad mee. Hij wordt betrapt en zo
zwaar aangepakt dat hij nog maandenlang bloed watert. Na een drietal
maanden volgt hij het parcours van zoveel Nacht und Nebel-gevangenen:
Sint-Gillis, Essen, Esterwegen, Börgermoor, Gross-Strehlitz,
Gross-Rosen en Dora. Op 11 april 1945 weet hij te ontsnappen tijdens een
mars naar een ander kamp. Drie dagen later ontmoet hij de eerste
geallieerde soldaten. |