Ochs,
Jacques - Le Russe Joseph Kilimnik (Bettenbau); Le dentiste Jordan;
Albert Frankfurt, 27.10.41; Edgard Stein; Obier; Un détenu [n° 68];
Tromer [n° 29]; S. Lervin (condamné à mort); Les frères Swirsky [n°
58 et 56]; Silberstein; Eugène Jacob [n° 16]; Neumann; Frankel [n°
64]; Julius Berger et le nain Neumann; Weissbarth; Carl Berliner; Victor
Persistz, 20.10.41; S. Frodkin; Jacobsohn; Janowsky; Le Viennois Fischer
[n° 81]; Seidensclinir; Avilissement; Hermann Klein [n° 35]; Dr Singer
(le Revier); Le Juif Brézina (ma vie); Bernard Tauber; Paul Levy ou
Radio Breendonck; Rosenkranz (sur la couverture du livre) [portraits
faits à Breendonk - dessins au fusain] in, Ochs, Jacques - Breendonck
(nr. 1023)
Getuigenismoment : 1940-1942 (intra muros)
Vindplaats :
NCWO-II - B547
'Un détenu' en 'Bernard Tauber'
staan ook afgebeeld
in Gheude, Michel -
La Résistance Culturelle
, p. 227-
228. In
Breendonk droegen minstens drie gevangenen hel nummer 68. Waarschijnlijk
gaat het hier om een portret van Schyja Dolinger die op 27.7.1941 in
Breendonk omkwam. Nummer 29 was Beno Trommer die later met konvooi IX
uit Mechelen werd gedeponeerd en omkwam. Hirz Swirsky, nummer 58. liet het
leven in Breendonk Zijn broer Eljasz verliet Mechelen met konvooi XVII
en kwam in Auschwitz om. Nummer 64 werd in Breendonk gedragen door
Jasher Frenkel die er op 6.3.1941 omkwam. Karl Berliner, nummer 67,
vertrok later met konvooi VIII van Mechelen naar Auschwitz en' keerde
nooit meer onder de levenden terug. In de bewaard gebleven bronnen
vond ik geen Jacobsohn terug maar wel Joseph Jakobsons waarschijnlijk
tekende Ochs zijn portret. Het volgende portret is vermoedelijk van
Rafal Aron Ranowski die op 27.2.1942 werd vrijgelaten uit Breendonk.
Nummer 81 was Samuel Fischer die met konvooi XIX Mechelen verliet en
omkwam in Auschwitz, De voornaam van Seidenschnir was Chlema, die van
Dr Singer was Adolf (bevrijd in Mechelen). 'Brézina' moet Alter
Breziner zijn, hij ging met het Xde konvooi uit Mechelen naar
Auschwitz om nooit meer terug te keren.
|