Bobbejaan (Modest) Schoepen

Interview Humo 23 juni 2005 

Bobbejaan: «Op mijn 21ste had ik auditie gedaan bij Jaak Kluger. Hij regelde voor mij optredens voor de Amerikaanse troepen: 150 dollar per week, wat toen veel geld was. Die Amerikanen werden uitzinnig. Ze gooiden met dollars en sigaretten. Op 400 meter van ons hotel werd het Nürnbergproces gehouden. Göring, Goebbels... Ze stonden er allemaal terecht. Verschrikkelijk, die concentratiekampen.»
Zoon: « Jij had er ook kunnen zitten, hé pa.»
Bobbejaan: « Het had slecht kunnen aflopen met mij, ja. In de Ancienne Belgique in Antwerpen heb ik tijdens de oorlog de tekst van 'Mama, 'k wil een man' eens aangepast (zingt):  'Een Duitse man, dat wil ik niet, want Schweinefleisch, dat lust ik niet.' Die hele zaal stond recht, begon te roepen en te tieren. Een kwartier later zat ik in de bak. Drie maanden heb ik in de gevangenis aan de Begijnenstraat gezeten, 's Middags kregen we watersoep, voor de rest niets. De tekst van het liedje was goedgekeurd door de Deutsch-Flamische Arbeitsgemeinschaft, dus moesten ze mij wel laten gaan. Anders was ik allicht naar Auschwitz gestuurd. Maar ik heb er geen trauma aan overgehouden. Na mijn vrijlating ben ik het blijven zingen, ook van dat Schweinefleisch (lacht).»

 
Gevangenis
Begijnenstraat Antwerpen