van Wassenhove Guido, Wuustwezel en Loenhout in de Tweede Wereldoorlog,
voor: Nationale Strijders Bond afdeling Wuustwezel,
Wuustwezel, Drukkerij Flitsgrafiek, 198
5

Jaak Thienpondt vertelt:

Op 14 januari 1944 werd ik in Nederland aangehouden. Na enkele dagen opsluiting in de gevangenis van Breda, werd ik overgebracht naar het concentratiekamp van Amersfoort.

Het leven was er uiterst slecht. Af en toe kreeg ik een pakje van het Rode Kruis, wat me toch enig soelaas bezorgde.
In mei werd ik samen met verscheidene andere mannen naar Duitsland gevoerd.
Wij werden ondergebracht in een arbeidskamp nabij Krefeld. Daar moesten we in drie verschillende fabrieken, waar onderdelen voor tanks werden vervaardigd, werken.
In één daarvan draaiden de machines op gas en toen de gasketels van Duisburg waren vernield, viel de fabriek stil. Ik werd toen als vrachtwagenchauffeur tewerkgesteld op een maalderij. Ik moest elke dag terug naar het kamp en zodoende kon ik brood en meel meebrengen voor mijn kameraden.

Ik kwam zelfs met de vrachtwagen dichtbij de Nederlandse grens, maar ontsnappen was, gezien de bewaking, totaal uitgesloten, hoewel ik toch dikwijls goesting had.
Drie Hollanders van Geleen zijn op een keer ontsnapt, maar de volgende dag waren ze al terug. Men herkende ze niet meer. Een van die drie mannen zegde bij zijn aankomst in het kamp : "Ik trek er toch van onder!" Na drie weken was hij weg en bleef hij weg.

In maart 1945 werden we bevrijd door Amerikaanse soldaten. Na enkele dagen kon ik via Maastricht en Luik terug naar huis keren.